hic / haec / hoc si pugnare
ops / opem v timere dedecus / dedecora o
addere nisi tuus
nudus deprehendere interficere / io
tantus perferre se dedere
vincere victor / ores m victoria
alienus violare iste / ista / istud
animus abesse affirmare
peccare ille / illa / illud exemplum
vechten als / indien deze / dit
schande bang zijn hulp
jouw als niet toevoegen
doden betrappen / grijpen naakt
zich overgeven verdragen zo groot
overwinning overwinnaar overwinnen / zegevieren
die / dat schenden / verkrachten vreemd / andermans
met klem beweren / verzekeren afwezig zijn hart / geest
voorbeeld die / dat; hij / zij / het verkeerd handelen / zondigen
cor / corda o -que extrahere
sanguis / sanguinem (acc.) m scelestus tradere
trekken uit en ... hart
overhandigen / overleveren misdadig / schurkachtig bloed