suus cupido / cupidines v consul / consules m
periculum salus / salutes v praeponere
tempus / tempora o adesse convertere
prodere liberare procedere
supplicium verberare dissimulare
castra (alleen meervoud) circum (+ acc.) celer / celeris / celere
civis / cives m vocare occidere
securus audax / audaces ferox / feroces
temptare crudelis fortitudo / -tudinem (acc.) m
consul verlangen zijn / haar / hun (afh. van het subject)
verkiezen (boven + dat.) heil / redding gevaar
richten (op: ad + acc.) aanwezig zijn tijd
naar voren gaan bevrijden verraden
verbergen / niets laten merken van afranselen (dood)straf
snel rondom (leger)kamp
doden roepen / noemen (+ dubb. acc.) burger
moedig / woest / onstuimig dapper / roekeloos onbezorgd
dapperheid wreed proberen (+ inf.) / testen
ignis / ignes m dexter / t(e)ra / t(e)rum virtus / virtutes v
commotus remittere omnis
omnes (meervoud) m omnia (meervoud) o fortis
laudare appellare
moed / verdienste rechter- / rechts vuur
elk / ieder / geheel terugzenden / laten gaan bewogen / ontroerd
dapper alles ( allen (
noemen (+ dubb. acc.) prijzen