besluiten
|
hulp brengen
|
fel / scherp
|
aanvallen (pf)
|
rug
|
komen aanrennen
|
uitbreken
|
stad
|
aanvallen
|
enkelen / weinigen
|
vrezen
|
in het nauw brengen
|
(stuk) hout
|
binnendringen
|
openstaan
|
vergroten / vermeerderen
|
aansteken / in brand steken
|
telkens één / stuk voor stuk
|
brengen / dragen / verdragen
|
veroveren
|
hart / moed / geest
|
heel groot / geweldig
|
daar(heen)
|
vrouw
|
trillen
|
weigeren
|
stoet / colonne
|
verwoesten
|
(of) … of (in een vraagzin)
|
voordat
|
binnen
|
voeden
|
baren / voortbrengen
|
legioen
|
het kamp verplaatsen / opbreken
|
weg laten gaan
|
een beetje
|
akker(land)
|
wegvoeren
|
|
|
later (bijwoord) / na / achter (+ acc.)
|