maiores (meervoud) similis inopia
tolerare aetas / aetates v denique
fines (meerv. van ‘finis') m excedere libertas / libertates v
invidia adductus adducere
potens / potentes servitus / servitutes v redigere
respicere / io subiectus subicere / io
provincia redactus perpetuus
premere Gallus nisi
valetudo / valetudines v munitio / munitiones v accedere
flere custos / custodes m positus
ponere fieri alius ... alius
gebrek gelijk voorouders
tenslotte leeftijd / generatie verdragen / uithouden
vrijheid naar buiten gaan / gaan (iut + abl.) gebied
brengen tot / drijven tot ppp van adducere jaloezie
terugbrengen (tot: in + acc.) slavernij machtig
onderwerpen ppp van subicere / io terugkijken / omkijken naar
eeuwig ppp van redigere provincie
als niet / tenzij (na ontkenning) Galliër / Gallisch drukken / in het nauw brengen
gaan naar vestingwerk / schans gezondheid
ppp van ponere wachter / bewaker wenen
de een... de ander gebeuren / worden / gemaakt worden plaatsen / leggen
vivus fuga comprehendere
signum militaris incolumis
arx / arces v copiae (meervoud) numerus
captus capere / io interfectus
interficere / io reliquus civitas / civitates v
discedere suscepi suscipere / io
necessitas / necessitates v causa (+ gen.)(postpositie) communis
cedere missus mittere
princeps / principes m producere productus
proieci proicere / io
grijpen / oppakken vlucht levend
ongedeerd militair(e) teken / veldteken
aantal / getal troepen burcht
ppp van interficere / io Nemen ppp van capere / io
burgerij / stad / staat overig doden
op zich nemen op zich nemen (pf) alle kanten op gaan / uiteengaan
gemeenschappelijk wegens noodzaak
zenden ppp van mittere gaan
ppp van producere naar voren leiden eerste
naar voren werpen naar voren werpen (pf)