ne + coni. deducere superbus
ultimus epistula scripsi
scribere aperire monumentum
ut + coni. sumere praeter (+ acc.)
conspicere / io admovi admovere
pes / pedes m crines (meervoud) m domina
cognovi cognoscere noctu
palam forum nobilis
praeterire num cubare
trots / arrogant wegvoeren (op)dat niet / dat (na ww. van vrezen)
pf van scribere brief laatst(e)
monument openen / bekend maken schrijven
behalve Nemen opdat / om te / zodat / dat
brengen naar brengen naar (pf) zien
meesteres de haren / het haar voet
's nachts leren kennen / vernemen leren kennen / vernemen (pf)
adellijk / aanzienlijk marktplaats / forum openlijk
slapen / (in bed) liggen toch niet? / of (leidt afh. vraag in) gaan langs
brevis affectus afficere / io
per (+ acc.) cibus bibere
quo minimus comitatus
egi agere
treffen / vervullen ppp van afficere / io kort
drinken voedsel overheen / door(…heen) / gedurende
vergezeld (door + abl.) superlativus van ‘parvus' waar(heen)
voeren / leiden voeren / leiden (pf)