subvenire

subvenire + dat.

aedificium pretium
minuere cecini canere
praeterea inceptus incipere / io
spatium adeptus sum

adeptus sum

adipisci
igitur odium accusare
quod

quod voegw.

comprehensus fateri
prodidi prodere canis / canes m
sperare tot (onverbuigbaar) proximus
tantus ... quantus qualis perlatus
prijs gebouw te hulp komen

iem. te hulp komen

(be)zingen (be)zingen (pf) verminderen
beginnen ppp van incipere / io bovendien
verkrijgen verkrijgen

verkrijgen pf

ruimte
beschuldigen haat dus
bekennen / toegeven ppp van comprehendere omdat / (het feit) dat

omdat / (het feit) dat

hond verraden verraden (pf)
dichtst bij gelegen zoveel hopen
ppp van perferre hoe(danig) / wat voor een zo groot ... als
perferre iudicare interrogare
genus / genera o cognovi cognoscere
nex / necem v

nex / necem v

perterritus rursus
hora obire mortem obire
sensi sentire simulare
(onder)vragen oordelen / verklaren tot (+ dubb. acc.) verdragen / brengen / berichten
leren kennen / vernemen leren kennen / vernemen (pf) geslacht / afkomst / soort
opnieuw / weer hevig verschrikt dood

gewelddadige dood

sterven tegemoet gaan uur / tijdstip
doen alsof (+ a.c.i.) voelen / merken voelen / merken (pf)