Nederlands : Nederlands aandikken = overdrijven bedrogen uitkomen = niet krijgen wat je verwacht had de carrière = de banen die iemand in zijn leven heeft je dag niet hebben = niet zo goed zijn als je gewoonlijk bent deren = pijn doen, hinderen eerzuchtig zijn = graag iets willen bereiken ergo = dus fysiek = lichamelijk, met je lichaam je gal spuwen = je boosheid uitspreken of opschrijven te kijk zetten = belachelijk maken er niet om malen = iets niet belangrijk vinden mentaal = geestelijk, met je verstand de misère = de grote ellende onfortuinlijk zijn = pech hebben pontificaal = plechtig, uitgebreid schrander = slim de tegenvaller = de pech tenminste = in ieder geval de ambitie = de wil om iets te bereiken buitengewoon = bijzonder, speciaal circa = ongeveer het denkproces = de manier van denken de hoogleraar = iemand die onderzoek doet en lesgeeft op de universiteit de leerprestatie = het resultaat van het leren stimuleren = zorgen dat iets sneller of beter gaat