Nederlands : Nederlands de aanpak = hoe je iets gaat doen bereiken = 1 op een plaats aankomen; 2 een resultaat halen; 3 contact met iemand krijgen de ervaring = wat je hebt geleerd door wat je hebt meegemaakt extreem = buitengewoon, tot in het uiterste griezelig = eng hopen = graag willen dat iets gebeurt inspireren = mensen enthousiast maken levensgevaarlijk = heel erg gevaarlijk, zo gevaarlijk dat je er dood door kunt gaan moedig = dapper, iets durven doen wat je eng vindt opvallend = wat de aandacht trekt de stunt = heel bijzondere prestatie de uitdaging = een moeilijke taak zich voornemen om = met jezelf afspreken om iets te gaan doen aarzelen = je bent onzeker en je wacht nog even de dreiging = het gevaar dat misschien komt de faalangst = angst om fouten te maken, waardoor je minder presteert gespannen = nerveus, onrustig de inspanning = de moeite je uiterste best doen = het zo goed mogelijk willen doen moeite kosten = het vraagt veel inspanning de neiging hebben om = iets wat je steeds doet, zonder dat je het beseft nerveus = zenuwachtig onvoorspelbaar = zo dat je niet kunt raden wat er gaat gebeuren de oorzaak = de reden waarom iets gebeurt of is de sfeer = de stemming, hoe het voelt om er te zijn