Nederlands : Nederlands aangepast = geschikt gemaakt achterstevoren = omgekeerd, de achterkant eerst bedwingen = tegenhouden, onder controle houden de beperking = iets waardoor iets anders niet meer mogelijk is de duursport = sport waarbij je je minstens een half uur moet inspannen, zonder pauze de handicap = de beperking, het gebrek horizontaal = van links naar rechts, of van rechts naar links het obstakel = de hindernis, iets wat in de weg staat ondersteboven = met de onderkant naar boven, op z’n kop de opluchting = wanneer je niet meer bezorgd hoeft te zijn de vallei = het dal, laag gebied tussen twee heuvels vanzelfsprekend = wat iedereen meteen begrijpt, uiteraard verticaal = van boven naar beneden, loodrecht explosieve sport = sport waarbij je je minder dan vijf minuten hoeft in te spannen door je heen flitsen = plotseling en kort aan iets denken gedempt = met zachter geluid inschrijven = je ergens voor aanmelden, vaak schriftelijk in elkaar krimpen = kleiner worden roerloos = zonder te bewegen het silhouet = het schaduwbeeld, alleen de omtrek van iets turen = aandachtig naar één ding kijken uiterlijk = 1 niet later dan; 2 de buitenkant (vaak gezegd van hoe iemand eruitziet) ervan uitgaan = denken dat het zo is, aannemen het uithoudingsvermogen = hoe lang je iets kunt volhouden vastberaden = zonder te aarzelen, beslist