Nederlands : Nederlands concentreren = je aandacht op één ding op richten digitaal = de manier waarop de computer werkt: met getallen discussiëren = met elkaar praten over een onderwerp waarover ieder een andere mening heeft fanatiek = heel erg enthousiast, met veel inzet internationaal = waar verschillende landen mee te maken hebben investeren in = geld of tijd besteden aan de leek = iemand die weinig weet van een bepaald vak of onderwerp nationaal = wat te maken heeft met één land de obsessie = de overdreven belangstelling voor iets profiteren = voordeel halen uit tevens = ook tijdens = op het moment van, gedurende aan het oog onttrekken = onzichtbaar maken bovendien = trouwens, ook de collectie = de verzameling compleet = alles is er gewaagd = spannend, gevaarlijk grondig = behoorlijk, flink, goed in oorspronkelijke staat = zoals iets in het begin was modern = van deze tijd de poging = het proberen het risico = het gevaar uiteraard = natuurlijk uitstallen = neerzetten om te laten zien verklaren = 1 uitleggen; 2 plechtig vertellen