Nederlands : Nederlands benaderen = 1 dichterbij komen; 2 steeds nauw keuriger de juiste waarde bepalen, dicht komen bij de bevinding = 1 resultaat van onderzoek; 2 wat je ondervindt of meemaakt gedegen = grondig inclusief = met ... erin dat is niet mals = dat is heftig / dat is zwaar in het ongewisse blijven = in onzekerheid blijven onlangs = kort geleden / laatst zich ontfermen over = zorgen voor iemand of iets de opinie = mening het predicaat = naam die je aan iets geeft en die een eigenschap aanduidt / titel de proportie = verhouding / grootte van iets in vergelijking tot iets anders recht doen aan iets of iemand = geven wat die persoon of zaak verdient reƫel = echt / werkelijk traumatiseren = psychisch letsel veroorzaken fascinerend = interessant / boeiend fors = groot / flink hardnekkig = volhardend / halsstarrig iconisch = 1 beeldend; 2 hoog gewaardeerd intens = hevig / vurig / innig koesteren = 1 met liefde beschermen; 2 lange tijd bij zich dragen moederziel alleen = helemaal alleen en eenzaam omvatten = 1 als inhoud hebben; 2 je handen ergens omheen houden schrijnend = ellendig / hartverscheurend / pijnlijk schuchter = verlegen de status = stand / maatschappelijk aanzien het universum = kosmos / ruimte waarin sterren en planeten zich bevinden het vermogen = 1 geld dat je bezit, kapitaal; 2 iets dat iemand kan virtueel = denkbeeldig zogenaamd = 1 zogeheten, met die naam; 2 ten onrechte zo genoemd