Nederlands : Nederlands de ambitie = de wil om iets te bereiken commercieel = met het doel er geld mee te verdienen draaiende houden = zorgen dat alles op de goede manier doorgaat geïsoleerd = zonder contact met de omgeving op de korte termijn = binnen een korte tijd op de lange termijn = na langere tijd de missie = speciale opdracht of taak / groep mensen met een speciale opdracht of taak ten onrechte = zonder goede reden oppervlakkig = ondiep / als het alleen gaat over onbelangrijke zaken permanent = voortdurend / blijvend de richtlijn = regel / instructie een stap in de goede richting = een beetje dichter bij het doel komen terecht = met een goede reden / teruggevonden nadat het kwijt was de visie = mening over hoe iets in de toekomst moet worden absurd = heel raar en belachelijk de bedreiging = iets waar je bang voor bent fiks = flink / behoorlijk (in aantal) handjevol = enkele het komt erop aan = het is spannend en belangrijk of iets wel of niet gebeurt in volle gang zijn = bezig zijn de meevaller = voordeel dat je niet had verwacht onverschrokken = zonder angst / moedig de puntjes op de i zetten = iets heel precies in orde maken ruimschoots = volop / meer dan genoeg