Nederlands : Nederlands het allooi = soort, waarde, innerlijke waarde het alternatief = keuze of oplossing die ook mogelijk is / anders dan gewoonlijk zich bedienen van = gebruiken dat kan niet door de beugel = dat is niet toegestaan bevallig = knap, mooi, prettig om te zien clandestien = geheim, heimelijk omdat het verboden is het cliché = uitdrukking zonder veel betekenis (door veel gebruik) de code = cijfers en letters waarin een boodschap verborgen is / regels voor gedrag tot dusver, tot dusverre = tot dit moment heilig verklaren = iemand heilig maken / met eerbied behandelen / erg belangrijk vinden het icoon = schildering op hout van religieuze figuur / voorbeeldig persoon / symbooltje op computerscherm de ideologie = geheel van ideeën op een bepaald gebied, bijvoorbeeld: liberalisme, socialisme de ingewijde = iemand die hoort bij een groep / iemand die veel kennis heeft over een bepaald gebied aan de man brengen = verkopen marginaal = zeer gering, onbelangrijk, bijkomstig een nare bijsmaak geven = een vervelend gevoel bezorgen de pose = houding potentieel = mogelijk / mogelijkheid tot, vermogen prominent = vooraanstaand, op de voorgrond tredend de propaganda = reclame voor bepaalde ideeën aan status winnen = steeds belangrijker gevonden worden uitgelezen = heel geschikt om iets te doen, uitmuntend uitgemergeld = ongezond dun verheerlijken = ophemelen, prijzen verwerven = krijgen, bereiken zucht naar = (te groot) verlangen naar