Nederlands : Nederlands Blij zijn met een dode mus = blij zijn om niets De aap komt uit de mouw = De waarheid wordt duidelijk De kat uit de boom kijken = rustig afwachten wat er gebeurt De koe bij de horens vatten = ergens goed aan beginnen Een ezel stoot zich geen tweemaal aan dezelfde steen. = Wie slim is, maakt niet twee keer dezelfde fout. Het hazenpad kiezen = vluchten Het paard achter de wagen spannen = iets verkeerd aanpakken Krokodillentranen huilen = niet echt huilen Van een kale kip kun je niet plukken = Iemand die iets niet heeft, kan het je ook niet geven.