Nederlands : Nederlands aantasten = ziek maken of beschadigen algemeen bekend = dat iedereen het weet bestand zijn tegen = ergens tegen kunnen concentratie (de) = hoeveelheid van iets op één plaats bij elkaar effect (het) = resultaat, het gevolg van iets, de uitwerking experimenteren = uitproberen grondig = diepgaand en uitgebreid kritiek hebben op = zeggen wat niet goed is professioneel = goed en vakkundig ten koste gaan van = nadelig zijn voor