Nederlands : Nederlands voordeel (het) = iets waar je nut van hebt, iets goeds nadeel (het) = iets waar je geen nut van hebt, iets vervelends hoofdzaak (de) = het belangrijkste bijzaak (de) = iets wat minder belangrijk is voorwaarde (de) = iets wat moet gebeuren definitief = voor altijd zorgvuldig = met zorg, precies inhouden = betekenen tijdelijk = voor een bepaalde tijd, eventjes, voor een tijdje uitgebreid = groot, met alle bijzonderheden erbij