voordeel (het) nadeel (het) hoofdzaak (de)
bijzaak (de) voorwaarde (de) definitief
zorgvuldig inhouden tijdelijk
uitgebreid
het belangrijkste iets waar je geen nut van hebt, iets vervelends iets waar je nut van hebt, iets goeds
voor altijd iets wat moet gebeuren iets wat minder belangrijk is
voor een bepaalde tijd, eventjes, voor een tijdje betekenen met zorg, precies
groot, met alle bijzonderheden erbij