Nederlands : Nederlands archeoloog (de) = wetenschapper die oude voorwerpen opgraaft en bestudeert bedelven = helemaal bedekken cultuur = manier waarop een volk leeft dorst lessen = drinken tot je genoeg hebt gevaarte (het) = iets wat zo groot is dat je ervan onder de indruk bent ketenen = vastbinden restant (het) = wat overblijft sanitair (het) = voorzieningen in toilet en badkamer tal van = veel traceren = opsporen