Nederlands : Nederlands begrip, het = het woord inzicht, het = het weten hoe iets in elkaar zit element, het = deel of onderdeel van iets groters exemplaar, het = één van een bepaalde soort stadium, het = de periode in een ontwikkeling in geval van = wanneer er sprake is van in aanraking met = in contact met in grote lijnen = samengevat tot de belangrijkste punten tot stand komen = gebeuren, ontstaan ten koste gaan van = een nadeel zijn voor onderscheiden = verschillen tussen dingen zien of beschrijven