Nederlands : Nederlands absorberen = opzuigen, opnemen construeren = bouwen, in elkaar zetten drijfveer (de) = de beweegreden, het motief ethicus (de) = de denker over goed en kwaad innovatief = vernieuwend obstakel (het) = de hindernis, moeilijkheid primitief = gebrekkig, weinig ontwikkeld sceptisch = twijfelend toenadering (de) = meer contact weliswaar = inderdaad