Nederlands : Nederlands
aftrekplek = parkeerplaats
robot = verkeerslicht
duikweg = viaduct
pap wiel = lekke band
holrol = rol wc-papier
vrykamer = logeerkamer
hysbak = een lift.
kiekie = een vakantiekiekje
deurklokkie = deurbel
vuurhoutjie = lucifer
amperbroekkie = string
driehoekiedoekie = bikini
kaalgat = poedelnaakt
poepsak = onderbroek
sweetpak = joggingspak
sneusdoekie = zakdoek
kameelperd = giraffe
gatkruiper = slijmbal
vryfdokter = masseur
huweliksredder = prostituee
loslappie = vrijgezel
oogplesiertjie = lekker ding
vistenk = aquarium met vissen
muntmasjien = automaat (bv voor frisdrank)
nie-gebruiker = geheelonthouder
mengeldrankie = cocktail
peuselhappie = snacks
brandbeksous = hete saus
melkskommel = milkshake
gemorskos = fastfood