| het gebruik van titels (bv. in correspondentie) | iets oogluikend toestaan | een zich snel uitbreidende besmettelijke ziekte |
| het nemen van proeven op levende dieren | een drankje vóór het eten | een gedaanteverwisseling |
| letterlijk weergeven wat iemand zegt | toekenning van gelijke rechten | een uitnodiging voor een vergadering |
| uitgeleend aan een andere werkgever | iemand iets onder de neus wrijven | grof geschut inzetten |
| geen droog brood verdienen | spreken is zilver, zwijgen is goud | dat is mosterd na de maaltijd |
| dat is lood om oud ijzer | goedkoop is duurkoop | geen middel onbeproefd laten |
| zonder blikken of blozen | het naadje van de kous willen weten | het op iemand gemunt hebben |
| iets soldaat maken | iemand verwijten naar het hoofd slingeren | iemand stroop om de mond smeren |
| van toeten noch blazen weten | het hoofd in de schoot leggen | iemand de laan uitsturen |
| de lachers op zijn hand hebben | achter het net vissen | met iets op de proppen komen |
| epidemie | gedogen | titulatuur |
| metamorfose | aperitief | vivisectie |
| convocatie | emancipatie | citeren |
| heel zware middelen inzetten om iets te bereiken | iemand (min of meer) onvriendelijk op zijn fouten wijzen | gedetacheerd |
| dat is nu te laat | soms is het verstandig om niets te zeggen | heel weinig verdienen |
| er alles aandoen om iets voor elkaar te krijgen | iets wat goedkoop was, blijkt vaak niet goed te zijn | dat maakt niets uit |
| iemand als slachtoffer gekozen hebben | precies willen weten hoe het zit | onverstoorbaar |
| aardig doen om iets voor elkaar te krijgen | kritiek leveren | iets opeten of opdrinken |
| iemand ontslaan | zich ergens bij neerleggen | er niets van af weten |
| ergens over beginnen / iets laten zien | een kans gemist hebben | het publiek / de omgeving meekrijgen (door een grap) |