Nederlands : Nederlands Als we op tijd klaar willen zijn, moeten we nu echt [aan de slag gaan]. = beginnen, gaan werken "aanhouden -\"Gerard hield zijn werkkleding gewoon aan naar de bruiloft.\"-" = niet uitdoen "aanhouden -\"De inbreker werd meteen aangehouden.\"-" = vasthouden om naar een politiebureau te brengen "aankondigen -\"Lisandra en Thijs kondigen hun verloving aan.\"-" = officieel vertellen, bekendmaken "aankruisen -\"Kruis het goede antwoord aan.\"-" = met een kruisje aanwijzen "aanpassen -\"Mijn oma paste zich snel aan toen ze naar het verzorgingstehuis ging.\"-" = wennen aan nieuwe omstandigheden "aanpassen -\"Pas jij deze eerst even aan?\"-" = kleren aantrekken om te proberen Op deze website kun je een informatiepakket [aanvragen]. = officieel vragen om iets te krijgen Zullen we samen een [abonnement] nemen op Sevendays? = overeenkomst om iets te krijgen, bijvoorbeeld een tijdschrift of zodat je kunt bellen en internetten In dit tijdschrift staan veel mooie [afbeelding]en van tijgers. = plaatje "afwijken -\"Deze docent wijkt altijd meteen af van zijn eigen planning.\"-" = anders zijn Wie is [de afzender] van dit pakje? = iemand die iets verstuurd heeft Katrijn luistert graag naar de Top 1000 [aller tijden]. = sinds altijd Mijn vader leest [allerlei] soorten boeken. = verschillende Marja heeft vaak [apart]e kettingen om. = anders dan anders, bijzonder Je schrijft de brief op een [apart] blaadje. = los van iets anders In deze les is het [de bedoeling] dat je precies leert wat procenten zijn. = wat je wilt bereiken Je moet je medicijnen op tijd [bestellen] als je op vakantie gaat. = vragen om iets te bezorgen "bevriend zijn (met) -\"Zij zijn al jaren bevriend.\"-" = vrienden zijn met Wil jij me die foto's als [bijlage] mailen? = een tekst of plaatje bij een andere tekst De politie gaf geen [bijzonderheden] na de overval. = details, aparte dingen Mijn zus is haar eigen [cateringservice] begonnen. = bedrijf dat voor hapjes en drankjes zorgt bij een feest Aan dat [commentaar] heb je niets. = kritiek We houden [contact]. = iemand zien of spreken Jolien is onze [contactpersoon] bij Cateringservice Smikkelen. = persoon bij een bedrijf waar je de afspraken altijd mee maakt Ilse DeLange scoorde een [country hit] met I'm not so tough. = bekend liedje in de stijl country en western Docenten van kunstvakken zijn vaak heel [creatief]. = nieuwe dingen kunnen bedenken en maken Wat is [de datum] van vandaag? = een bepaalde dag Het feest was een [daverend] succes. = groot, heel erg (positief) We zoeken nog een [deelnemer] voor levend stratego. = iemand die meedoet "de dj / deejay -\"We zoeken nog een deejay om voor de muziek te zorgen.\"-" = diskjockey, platendraaier Deze [docent] geeft Nederlands. = de leraar Hier kun je [doorlopend] bezoek krijgen. = steeds, de hele tijd, continu "doorzoeken -\"De politie doorzocht alle kluisjes op wapens en drugs.\"-" = goed zoeken Dat was een [dubbel]e overwinning: het enkelspel en het dubbelspel. = twee keer Als je een hoedje wilt vouwen, moet je eerst een vel papier [dubbelvouwen]. = zo vouwen dat twee helften op elkaar liggen De teamleider gaf [duidelijkheid] over het eerstejaarskamp. = iedereen begrijpt het Drie dagen logeren bij mijn oma was voor mijn broertje [een hele stap]. = iets wat je niet durft, toch doen Met de trap ben je vaak [eerder] beneden dan met de lift. = vroeger, sneller Heb jij nog [energie] om te gaan winkelen? = zin om iets te doen "ergens achter komen -\"Niemand mag erachter komen dat mijn moeder eigenlijk een spion is.\"-" = uitvinden hoe het echt is "ergens voor zorgen -\"Onze mentor zal ervoor zorgen dat de brieven op tijd verstuurd worden.\"-" = zorgen dat iets gedaan wordt, dat het in orde komt Ons bedrijf stuurt u volgende week [de factuur]. = rekening Wat is uw [factuuradres]? = het adres waar de rekening naartoe gestuurd moet worden Mijn zus heeft een grote [fantasie], ze vertelt de gekste verhalen. = wat je verzint, niet echt "de flat [flet] -\"Wij wonen in een flat.\"-" = woning die deel uitmaakt van een flatgebouw De naam van [de geadresseerde] moet op de voorkant van de envelop. = persoon die een brief of pakje krijgt De teams worden de laatste dag van het toernooi [gemengd]. = afwisselend, allerlei Het optreden van Justin Bieber was weer [groots]. = enorm, iets wat veel indruk maakt Hanneke heeft leuke [herinnering]en aan het kabouterkamp. = aan iets of iemand terugdenken Vandaag wordt het [hooguit] 13 graden. = niet meer dan Dat is een goed [idee]. = de gedachte "in de war raken -\"Ik raak in de war van de Duitse naamvallen.\"-" = dingen door elkaar halen Je moet de woorden in drie groepen [indelen]: zelfstandige naamwoorden, werkwoorden en lidwoorden. = iets in een logische volgorde zetten Onze [kantine] is erg gezellig. = goedkoop restaurant bij een school of in een bedrijf Voor we op vakantie gaan, brengen we de hond naar [de kennel]. = hondenhok In dit buurthuis wordt op woensdagmiddag een cursus [kinderyoga] gegeven. = yoga voor kinderen Op internet staan veel [klacht]en over dit model smartphone. = zeggen of schrijven dat iets niet goed is De Beatles schreven veel [klassieker]s, zoals Hey Jude en Let it be. = oud model, of oud liedje dat iedereen kent In Artis is een [leeuwenwelpje] geboren. = leeuwenjong Op deze [locatie] is de film opgenomen. = plaats waar iets gebeurd is Bijna iedereen kent [het logo] van Nike. = afbeelding waaraan je een bedrijf of merk herkent Mijn school is op [loopafstand] van winkelcentrum ‘Koop je arm'. = afstand die je lopen moet om iets of iemand te bereiken "meebrengen -\"Thijs vergeet altijd een pen mee te brengen naar school.\"-" = iets bij je hebben als je komt Je verslag moet [minstens] 150 woorden hebben. = niet minder dan "napraten -\"We hebben nog lang nagepraat.\"-" = praten met anderen over iets wat je samen hebt beleefd Als er een [noodgeval] is, moet je 112 bellen. = situatie waarbij snel hulp nodig is De computer werkte niet, omdat er twee [onderdelen] ontbraken. = stukje Er waren [ongeveer] 30 mensen. = bijna, niet precies Hij [ontkent] dat hij dat heeft gedaan. = zeggen dat iets niet waar is Mijn vader [ontwerpt] de meest fantastische ijsjes. = maken Mijn ouders kopen altijd [op rekening] bij de Makro. = niet direct betalen, maar later via de bank betalen Dit is een [overzichtelijk]e tekening. = duidelijk, snel en gemakkelijk te zien Onze leraren klagen altijd over te weinig [parkeergelegenheid] bij de school. = plaats waar iemand zijn auto neer mag zetten Ik hoor alleen maar [positieve geluiden] over de band Warm Soda. = er worden alleen goede dingen over gezegd of geschreven Een brief is een voorbeeld van een schrijf [product]. = iets wat gemaakt is Zijn [reactie] sloeg nergens op. = wat je zegt of doet als antwoord op iets anders Dit [resultaat] had ik niet verwacht. = wat je bereikt of gemaakt hebt Rob heeft het altijd [reusachtig] naar zijn zin bij de waterscouts. = heel erg, enorm Volgens [de routebeschrijving] moeten we na de molen links. = uitleg hoe je ergens moet komen "schenken -\"Mijn moeder schonk mij deze ring.\"-" = geven "schenken -\"Bij de kinderdisco wordt geen alcohol geschonken.\"-" = inschenken, drinken (meestal alcohol) geven Pannenkoeken.... Mmm, dat wordt weer [smikkelen] en smullen. = lekker eten, genieten van het eten Dat woord heeft een [speciale] betekenis. = apart, met niets anders te vergelijken De shows op de kermis zijn altijd [spectaculair]. = opzienbarend, heel bijzonder Het was een [spetterend] feest. = geweldig, erg leuk Mijn nichtje van zes gaat altijd [stampen] als ze haar zin niet krijgt. = hard met je voeten op de grond slaan De bruid zag er [stralend] uit. = glanzen, schitteren, er gelukkig uitzien Mijn favoriete [stripverhaal] is Suske en Wiske en de hondenparadijs. = verhaal dat vooral uit plaatjes bestaat Veel [succes] met je praktijkexamen. = goede afloop, bereikt hebben wat je bereiken wilt Welke [taak] heb jij gekregen? = werk, klus Met een 6 voor Engels ben ik dik [tevreden]. = alles is zoals je graag wilt Deze les heeft als [thema] ‘milieuvervuiling'. = onderwerp José neemt koffie mee in een [thermoskan]. = kan of fles om dranken warm te houden "uitstralen -\"Gerdine straalde uit dat ze verliefd is.\"-" = zonder woorden een gevoel oproepen bij andere mensen Mijn vader [verdeelt] de taart altijd zo, dat ik de druiven krijg. = in stukken delen Mijn moeder krijgt veel [verkoopbrieven] van Yves Rocher. = reclamebrief Het is [verstandig] om rustig te blijven als je boos bent. = slim, aan te raden De trein had tien minuten [vertraging]. = iets gebeurt later of duurt langer dan je had verwacht Onze nieuwe juf kan de oude nooit echt [vervangen]. = de plaats van iets of iemand innemen Mag ik u [verzoeken] hier niet te roken? (Ze bedoelen: U mag hier niet roken) = vragen Er zijn [voldoende] frietjes voor iedereen. = genoeg De namen in de klassenlijst staan op alfabetische [volgorde]. = de manier waarop iets achter elkaar staat Dankzij de goe[de voorbereiding] verliep het schoolreisje heel goed. = vooraf dingen klaarleggen en klaarzetten Na de titel zet je altijd één of twee [witregel]s. = een regel zonder woorden, een lege regel Ik [worstel] met deze sommen. = vechten, stoeien [Yoga] is ontspannend om te doen. = oefeningen voor je ademhaling en je concentratie waar je lenig van wordt