aangeven
De leraar mag tijdens het examen niet aangeven wat er met een vraag bedoeld wordt. |
aangeven
Zo'n verkeersbord geeft aan dat je daar niet harder dan 50 mag. |
aanschaffen
Hij heeft een nieuwe dvd-speler aangeschaft. |
de aanwijzing
Als je goed op de aanwijzingen let, is die puzzel minder moeilijk. |
afbreken
Weet jij wanneer je een woord mag afbreken? |
de alinea
Ik weet wat het verschil is tussen een alinea en een zin. |
automatisch
Ik ruim mijn rommel altijd automatisch op. |
het bedoelde woord
De zenuwachtige jongen kon zich het bedoelde woord niet herinneren. |
bedreigen
Die jongen bedreigt leerlingen uit de brugklas. |
benoemen
Kun jij dat zinsdeel nu benoemen? |
bepalen
Ik bepaal liever zelf wanneer ik een toets maak. |
beslissen
Dat kan ik toch niet voor jou beslissen! |
bestaand
Is dat wel een bestaand probleem of verzin je gewoon iets? |
bijpassend
De verliefde jongen zoekt nog een bijpassende stropdas. |
blijken
Te laat blijkt dat hij onbetrouwbaar is. |
bovendien
Sporten is gezellig en bovendien gezond! |
de chaos
In de chaos die ontstond, wist de dief te ontsnappen. |
de combinatie
Ik vind dat een grappige combinatie. |
compleet
Zijn we compleet? |
concentreren
Waarom kun jij je niet concentreren? |
controleer (van: controleren)
Kun je controleren of die trein naar Leiden werkelijk te laat vertrokken is? |
dubbelzijdig
Dat blad is dubbelzijdig bedrukt. |
eindigen (op)
Wanneer eindigt een voltooid deelwoord op een -t? |
er vanuit gaan
Veel mensen gaan er vanuit dat het een mooie zomer wordt. |
erbij zetten
Moet je in die zin geen hoofdletters of punten zetten? |
genoteerd (van: noteren)
Waarom heb je je naam niet genoteerd? |
geschikt om
Een dunne stift is geschikt om netjes te kunnen schrijven. |
kopen | laten zien | zeggen |
het stukje tekst | een deel van een woord op de volgende regel verder moeten schrijven, omdat er geen ruimte meer is | de tip / de hint |
iemand bang maken | het woord dat we zoeken | zo maar, zonder dat je erbij na hoeft te denken |
uitzoeken / bepalen | beslissen | een naam geven |
duidelijk zijn | dat wat er bij hoort | echt |
het samengaan van twee of meer dingen / mensen | de rommel, de bende, de verwarring | ook |
zoek uit (van: uitzoeken) | bezig blijven met één onderwerp | volledig, helemaal af, helemaal zoals het moet zijn |
denken dat het zo is | hier: de laatste letter zijn | met / aan twee kanten |
goed te gebruiken om | opgeschreven | ervoor of erachter plaatsen, zetten |
gezamenlijk
We willen hem gezamenlijk een cadeau geven. |
goedgekeurd (van: goedkeuren)
Mijn boekverslag is nu gelukkig goedgekeurd. |
herhalen
We herhalen de regels totdat iedereen ze goed gebruikt. |
herkennen
Gelukkig kan ik een zelfstandig naamwoord nu wel herkennen. |
in ontvangst nemen
Wie van jullie wil de schoolbeker in ontvangst nemen? |
de informatie
Ik vind dat ik te weinig informatie krijg. |
interessant
Geschiedenis vind ik een interessant vak. |
is kinderspel
Mijn oma vindt de spelling van de werkwoorden kinderspel! |
kennismaken
Volgende week gaan we kennismaken met de nieuwe voetbaltrainer. |
de kolom
Je moet de tekst in kolommen schrijven, zoals je dat in een krant wel ziet. |
langwerpig
Een liniaal is altijd langwerpig en een dobbelsteen nooit! |
logisch
Het is logisch dat je in zo'n geval uit het veld wordt gestuurd. |
lukken
Het lukt me wel! |
nalezen
In de hand-out kun je altijd nalezen wat de docent je heeft verteld. |
nieuwsgierig zijn
Ben jij ook nieuwsgierig naar de uitslag van de test? |
nogmaals
Ik wil je dat niet nogmaals vragen! |
noteren
Vergeet je niet je naam te noteren? |
onder andere
We gaan deze vakantie onder andere naar Parijs. |
ontbreken
Ik zie dat er wel wat woorden ontbreken. |
de opgave
De laatste opgave in de citotoets van vorig jaar was echt lastig! |
opgebouwd uit (van: opbouwen uit)
Wist jij niet dat een woord is opgebouwd uit verschillende letters? |
origineel
Wie heeft het originele werkstuk opgeslagen? |
overschrijven
Ik heb echt een hekel aan het overschrijven van woorden of zinnen. |
parallel
Als je skiet, moet je je ski's parallel proberen te houden. |
praktische
De trainer gaf de volleyballers praktische tips. |
preciezer
Wij moeten van onze docent altijd preciezer lezen. |
de regel
Uit hoeveel regels moet mijn Sinterklaasgedicht bestaan? |
nog een keer doen, leren of gebruiken | in orde / oké | met de hele groep / met z'n allen |
de gegevens, de dingen, de feiten die je weten moet | aanpakken, aannemen | door zien of horen weer weten wat het is of wie het is |
leren kennen | is gemakkelijk | bijzonder, boeiend |
begrijpelijk en volgens de regels | waarbij de lengte langer is dan de breedte | de smalle rij |
graag iets willen weten | nog een keer lezen wat je hebt opgeschreven | goed gaan, goed kunnen |
niet alleen, maar ook | opschrijven | nog een keer |
gemaakt van (maken van) | de opdracht | er niet zijn |
precies naast elkaar / evenwijdig | precies zo schrijven | (het) allereerste |
de lijn van woorden in bijvoorbeeld een boek, krant of schrift | nauwkeuriger, beter | die je zelf goed gebruiken kunt |
repareren
Kun jij mijn fiets repareren? |
de samenstelling
Het woord samenstelling bestaat uit het woord samen en het woord stelling. |
serieus
Waarom ben jij vandaag zo serieus aan het werk? |
simpel
Zo simpel is de oplossing echt niet! |
stapsgewijs
In schoolboeken wordt veel ingewikkelde stof stapsgewijs uitgelegd. |
de tegenstander
Mijn tegenstander ziet er erg groot en sterk uit! |
terwijl
Mijn oma breit sokken, terwijl mijn opa een ei bakt. |
de theorie
Die theorie over het gezegde vind ik lastig! |
de tip
Welke tip zou jij mij kunnen geven? |
twijfelen
Ik twijfel er nog aan of ik mee zal gaan. |
typen
Kun jij snel typen? |
uitbreiden
Eenvoudige basisschoolregels breiden we uit, zodat we ook moeilijke woorden foutloos kunnen schrijven. |
uiteindelijk
De uiteindelijke verliezer gooide zijn racket woedend in het publiek. |
uitproberen
Wil jij dit spel uitproberen? |
uitzoeken
Kun jij uitzoeken hoe laat de trein vertrekt? |
verbeterd
Heb je je boekverslag al verbeterd? |
verbeteren
Je moet dit werkstuk verbeteren. |
vermaken
Op de kermis kan ik mij prima vermaken! |
verplaatsen
De docent belooft dat hij die kletsende leerling binnenkort zal verplaatsen. |
verschillende
In onze klas zitten leerlingen van verschillende nationaliteiten. |
vervoegen
Werkwoorden vervoegen is lastiger dan je denkt. |
vervolgens
We gaan eerst naar McDonalds en vervolgens naar de markt. |
vetgedrukt
Als een woord vetgedrukt is, valt het beter op. |
volledig
Mijn tekening is volledig mislukt! |
voordoen
Kun jij mij voordoen hoe je een vogelnestje maakt? |
voorgedaan (van: voordoen)
Onze docent lichamelijke opvoeding heeft een salto voorgedaan. |
ernstig, zonder grappen te maken | het woord dat uit verschillende woorden is opgebouwd | maken |
de persoon van wie je winnen wilt | stap voor stap, in een bepaalde volgorde | eenvoudig, niet moeilijk |
het advies, de aanwijzing, de hint | de regels en afspraken over een bepaald onderwerp | op datzelfde moment |
hier: meer en moeilijkere regels gebruiken | schrijven met de hulp van een toetsenbord | niet helemaal zeker weten |
nagaan, bepalen, vaststellen, zeggen | uitzoeken hoe het is | wie het aan het einde geworden is |
je tijd op een leuke manier doorbrengen | beter maken / de fouten eruit halen | veranderd zodat het beter is geworden |
in de goede vorm schrijven | allemaal andere | op een andere plek zetten |
helemaal | met extra dikke letters gedrukt | daarna |
hebben laten zien hoe je iets moet doen | laten zien hoe jij het moet doen |