Nederlands : Nederlands Marja moet altijd vreselijk niezen als ze in de buurt van onze kat komt, want ze is [allergisch] voor kattenhaar. = overgevoelig voor bepaalde stoffen Deze winkel heeft een uitgebreid [assortiment]. = voorraad Een [atol] kom je vooral tegen in warme zeeën. = ringvormig koraaleiland Die nieuwe auto kan [automatisch] inparkeren. = zonder ingrijpen van de mens Ahmed probeerde met voorbeelden mijn mening te [beïnvloeden]. = invloed uitoefenen op Hij is bezig met het [bereiden] van paella. = klaarmaken De monteur zette de auto op [de brug] voor een controle. = om onder de auto te kunnen werken Die onbeleefde man gedroeg zich als een [bruut]. = ruw, lomp, gewelddadig persoon Een feit is altijd [controleerbaar]. = na te kijken Die [crimineel] heeft zeker twintig inbraken gepleegd. = misdadiger Dit huis [dateert] uit de zeventiende eeuw. = uit de tijd van De man [deserteerde] uit het Turkse leger. = uit dienst ontsnappen "documenteren -\"Dat boek is uitstekend gedocumenteerd.\"-" = met bewijzen motiveren Bij de botsproef zat een [dummy] achter het stuur. = pop "ergens stranden -\"Tijdens zijn reis strandde Ben in Barcelona.\"-" = blijven steken Dat Wim die goal nog maakte, was [exceptioneel]. = uitzonderlijk Ik heb een apart [exemplaar] voor jou meegebracht. = voorwerp De winkelier gaf hem [de factuur] van de nieuwe laptop. = rekening Het is een [feit] dat hij niet is komen opdraven vanmiddag. = iets wat echt is Wat is [de functie] van dit instrument? = werking Ze gingen heel [gemoedelijk] met elkaar om. = gezellig Je moet er maar [genoegen mee nemen], dat het nu te laat is. = accepteren Als je daarheen belt, laat men je steeds [in de wacht staan]. = afwachten "in goede staat -\"Die oude auto was nog in zeer goede staat.\"-" = in goede toestand Naar dat oerwoud moet je niet gaan; daar wonen nog [kannibalen]. = menseneters Rashid kreeg alle [lof] voor zijn werkstuk. = eer Met haar zelfgeschreven verhaal oogstte Kim een [lofzang]. = compliment Het was een zeer [meeslepend] lied. = zeer boeiend De [mysterieuze] vrouw verdween in de mist. = raadselachtige Ger heeft er [ongetwijfeld] hard aan gewerkt. = stellig Mike maakte [oogcontact] met het onbekende meisje. = elkaar aankijken Als je succes wilt behalen, moet je de zaak wel goed [op de rit hebben]. = aan de gang hebben Die nieuwe fiets kon hij nu wel [op zijn buik schrijven]. = kunnen vergeten Jean kwam niet [opdagen] voor de voetbalwedstrijd. = verschijnen De school wilde de examencijfers [openbaar maken]. = iedereen laten zien Max werd zeer [overtuigend] eerste op het circuit. = geen twijfel latend De piloot kwam met zijn [parachute] veilig op de grond. = valscherm Langs de boulevard liepen veel [passanten]. = voorbijgangers Dat [personage] speelde een grote rol in die film. = persoon in een film, boek of toneelstuk In de lente en de zomer zitten er veel [pollen] in de lucht. = stuifmeel Volgens [de procedure] moet je je gegevens invullen op de website. = werkwijze Dat omkoopschandaal werd gisteren in [de publiciteit] gebracht. = openbaarheid "rechtvaardigen -\"Al het geploeter werd gerechtvaardigd door het prachtige resultaat.\"-" = juistheid aantonen Hij liet de olie uit [het reservoir] lopen. = vergaarbak Je moet de gebruiken van een ander land [respecteren]. = eerbiedigen Als je vroeger aan boord van een schip was, kon je [scheurbuik] krijgen. = ziekte door tekort aan vitamine c "scoren -\"Alex scoorde in de bibliotheek het enige exemplaar van dat boek.\"-" = veroveren Bij de apenrots in de dierentuin maakte hij een [selfie]. = foto van jezelf "sereen -\"In het bos heerste een serene stilte.\"-" = zuiver, helder Gratis water bij het eten is hier [service] van de zaak. = dienstbaarheid Wij hebben gisteren in een [sfeervol] restaurant gegeten. = vol sfeer In deze maaltijd zitten meerdere [sjalotten] verwerkt. = soort uien Rob ging met een flinke snelheid op zijn [snowboard] van de helling. = skiplank In het [sociale] leven is Mo erg hulpvaardig. = maatschappelijke Ron maakte een [spectaculair] doelpunt. = opzienbarend De maten van deze tafel zijn [standaard]. = overal passend Lara en Melanie komen [steevast] te laat. = altijd Mensen krijgen een [stigma] als ze op één eigenschap worden beoordeeld. = schandvlek Door [de stress] wist Tessa de antwoorden niet meer. = spanning Vol [toewijding] werkte Fatima aan haar werkstuk. = overgave De vrouwen waren gekleed in [traditionele] klederdracht. = zoals het altijd was Heeft hij dat boek [überhaupt] wel gelezen? = eigenlijk Wat hij in het tennis bereikt heeft, is echt [uitzonderlijk]. = buitengewoon Mia had een [uitzonderlijk] goed werkstuk gemaakt. = zeldzaam Suze kon de teleurstelling niet [verdragen]. = doorstaan Dat fraaie gebouw raakt behoorlijk [vervallen]. = achteruitgaan De kok deed een [vleugje] zout in de pasta. = een beetje De man keek [wellustig] naar de vrouwen in bikini. = belust op genot In die vaart [wemelt] het van de vis. = door elkaar bewegen In zijn [wingsuit] zweefde Paul boven de velden. = pak waarin je kunt vliegen Dit warme weer is echt een [zegen]. = weldaad