Nederlands : Nederlands Mijn vader en opa hebben beide [het ambacht] van kleermaker. = het beroep Enerzijds vind ik dat Jan gelijk heeft, [anderzijds] snap ik ook wel wat Piet bedoelt. = aan de andere kant We zijn heel tevreden over onze nieuwe [aspirant-leerling]. Hij doet zijn werk bij ons in het bedrijf prima. = iemand die in opleiding is John [banjerde] met grote stappen door de woonkamer. = stoer rondlopen Ik heb de hele dag al [barstens] veel hoofdpijn. = ontzettend José had nieuwe grote oorbellen die aan haar oren [bengelden] als ze lachte. = slingeren / heen en weer schommelen Sjouke is mager en heeft [benig]e handen. = met weinig vlees De directeur [bepaalde] dat de leerling een dag werd geschorst. = vaststellen "blèren -\"Het verwende kind blèrde luidkeels om een snoepje.\"-" = luid huilen Na het [bloedstollend] einde van de film gingen we bang naar huis. = angstaanjagend Na [de confrontatie] tussen de straatbendes was het winkelcentrum ernstig beschadigd. = de botsing / het gevecht Die acteur speelde die griezel zo [creepy], ik werd er bang van. = eng Het is van [cruciaal] belang dat alle partijen meehelpen, zodat we het doel halen. = van doorslaggevend belang Als je roept op een berg hoor je na een paar seconden [de echo]. = de terugkaatsing van geluiden Op maandag heb ik veel taallessen. Het is een [eentonig]e dag. = zonder afwisseling Kiwi's, mango's en papaja's zijn [exotisch]e vruchten. = uitheems / uit een ander klimaat De kaarsvlam [flakkerde] toen de deur openging. = onrustig bewegen John [formuleerde] een mooie zin als antwoord. = onder woorden brengen "gecrasht -\"Vlak na het opstijgen crashte het vliegtuig.\"-" = verongelukt Wat doe jij raar, gedraag je niet zo [geschift]! = gek / niet goed snik De wethouder kondigde trots het [gewichtig]e nieuws aan. = belangrijk De jongen bleef zelfs [grijnzen] toen de docent hem uit de klas stuurde. = met onaangenaam vertrokken mond lachen Als je [hallucineert,] zie je dingen die er niet zijn. = dingen zien die er niet zijn Mike [huiverde] toen hij langs het wrak van de uitgebrande auto reed. = beven, rillen "iemand in de tang nemen -\"Nu jij jouw geheim hebt verklapt, heeft die enge vent jou in de tang en moet je doen wat hij zegt.\"-" = iemand te pakken nemen / in zijn greep nemen De vriendinnen spreken af om iedere dag [identiek]e kleren te dragen. = precies hetzelfde Iedere vrijdag doet Marscha boodschappen voor haar buurvrouw. Ze heeft een lief en behulpzaam [karakter]. = het innerlijk Een van [de kenmerken] van een goede docent is dat hij / zij goed kan uitleggen. = het herkenningsteken Op het strand van Bretagne vond ik een prachtige [kinkhoorn]. = een gedraaide schelp Mijn oom en tante hebben veel [klassiek]e meubels in huis. = iets van vroeger De eerste [kloon] was een schaap dat Dolly heette. = de identieke nabootsing In [het koraalrif] leven veel bijzondere planten en vissen. = onderzeese koraalrotsen Professor Barabas heeft een [laboratorium] met daarin een teletijdmachine. = de werkplaats van een onderzoeker Volgens [de legende] spookt het 's nachts om twaalf uur op dat kerkhof. = het volksverhaal Vroeger verkochten [marskramer]s aan de deur handige spullen voor het huishouden. = de rondtrekkende verkoper Het rijke meisje deed [minachten]d naar meisjes met minder geld. = neerzien op "mompelen -\"Mompel niet zo, ik kan je bijna niet verstaan.\"-" = binnensmonds, onduidelijk praten In de krant staan [onheilspellend]e berichten over de financiële crisis. = onheil als het ware voorspellend / aankondigend Tot grote [ontzetting] van de scholieren stond de school in brand. = de schrik Tijdens de surfkampioenschappen zagen de toeschouwers een grote golf [oprijzen]. = omhoog komen We hebben behalve pizza ook nog [de optie] om patat te halen. = de mogelijkheid Als je wilt meehelpen op de kinderboerderij moet je eerst een [overall] aantrekken. = een kledingstuk dat over de gewone kleding gedragen wordt Toen de turner aan de rekstok hing, zag je dat hij heel [pezig] was. = met sterke spieren / taai Als je trouwt, is er vaak een [plechtigheid] op het gemeentehuis. = de officiële statige handeling Dankzij de goede zorgen van de mentor behaalde [de pupil] goede resultaten. = de minderjarige (leerling) Diamanten zijn [schaars], je vindt ze maar op een paar plaatsen. = zeldzaam Na een aardbeving op zee komt er soms als reactie een [schokgolf], oftewel een tsunami. = de golf die ontstaat na een hevige schok Toen haar hond plotseling overstak en bijna aangereden werd, [stokte] Annekes adem van schrik. = plotseling ophouden De gevangene liet na zijn bevrijding [de striemen] zien van zijn mishandeling. = dunne streep door een slag met een buigzaam dun voorwerp Een gedicht is vaak verdeeld in [strofe]n. = het vers / het couplet Na de grote droogte [stuift] het zand bij iedere windvlaag metershoog. = als stof opwaaien Wat er precies gebeurt op mijn feest is nog een verrassing, maar ik wil wel [een tipje van de sluier oplichten]. = een deel van een geheim vertellen Na een [tukje] kan ik er weer helemaal tegenaan. = het dutje / de korte slaap Na de hardloopwedstrijd gaf de vermoeide winnaar met grote [tussenpozen] antwoord op de vragen. = de pauzes Nu mijn vader ziek is, heb ik [de verantwoordelijkheid] voor onze winkel. = de grote zorg die iemand heeft Vroeger werden mensen met een ernstige ziekte vaak [verbannen] naar een afgelegen dorp. = ver weg sturen in eenzaamheid Door dat auto-ongeluk is zijn linkerbeen [verbrijzeld.] = vermorzelen Sneeuwwitje werd [verdoemd] door de boze heks. = vervloekt Ook al is de hoofdweg afgesloten, [via een omweg] kun je toch bij mijn huis komen. = langs een langere weg Wat doe je [warrig], ik snap niets van je. = verward / rommelig Nel heeft veel prachtige kleden geweven op haar [weefgetouw]. = toestel om te weven Het wateroppervlak [weerspiegelde] mijn gezicht. = spiegelend weerkaatsen Het enge [wezen] wachtte de meisjes op achter de kelderdeur. = het schepsel Het [wriemelde] van de kleine garnalen in de poel met zeewater. = krioelen