Nederlands : Nederlands Net op tijd kon Sasha de examendata [achterhalen]. = iets te weten komen Mijn moeder zei nee, maar mijn broertje bleef [aandringen]. = steeds opnieuw vragen "aantekeningen maken -\"Bij de cursus ‘beleggen' maakte Fatma veel aantekeningen.\"-" = belangrijke zaken opschrijven Hij nam nauwelijks tijd voor een [adempauze] tijdens zijn presentatie. = korte rust De docent laat zich niet [afschepen] met een werkstuk van internet. = wegsturen, afpoeieren Je moet van [andermans] spullen afblijven. = van anderen Als je het vaker doet, gaat het uiteindelijk [automatisch]. = vanzelf Het is [de bedoeling] dat het betoog volgende week af is. = wat iemand wil bereiken Ik [benader] eerst de docent met mijn vragen. = dichterbij komen, naar iemand toegaan voor iets Hij [beoefent] zijn sport op hoog niveau. = regelmatig iets doen Hij heeft zijn [bestemming] bereikt. = het eindpunt Heb jij die film over [het bombardement] van Rotterdam gezien? = aanval met bommen Jij schrijft altijd van die goede, [bondig]e verslagen. = kort en duidelijk In Amerika kan een overvaller na het betalen van een [borgtocht] weer vrijkomen. = garantie, onderpand Ik beheers [de competentie] samenwerken en overleggen. = de bekwaamheid, de vaardigheid Hij [concentreerde] zich en was toen zo klaar met de opdrachten. = aandacht richten Toen ze weer te laat was, moest ze bij [de conrector] komen. = onderdirecteur van een school We hebben nauwelijks nog [contact] met elkaar. = iemand zien of spreken Zij had vijf [correct]e antwoorden. = goed Zij voeren een [discussie] over euthanasie. = gesprek waarin iedereen zijn mening geeft Ze bleven maar [doordrammen] over die toets die verzet was. = aandringen, zeuren Ik moet leren, dus [eigenlijk] kan ik niet oppassen. = in werkelijkheid Toen de poort openging, gingen we [en masse] naar binnen. = massaal De [enzym]en in speeksel zorgen dat wondjes sneller genezen. = eiwit in je lichaam Een [ezelsbruggetje] om een gitaar goed te stemmen is: Eet Alle Dagen Grote Borden Erwtensoep. = hulpmiddel om iets te onthouden Ik ben [het formulier] voor het aanvragen van mijn examen kwijt. = voorbedrukt papier waarop je iets moet invullen Ik heb maar een [fragment] gezien van The Voice. = een stukje Deze jurk is voor een bijzondere [gelegenheid]. = goed moment "geschikt om / voor -\"Dit abonnement is heel geschikt voor mensen die weinig bellen, maar veel internetten.\"-" = goed bruikbaar om / voor Hij is ongelooflijk [gierig]. = geen geld weg willen geven, hebzuchtig "gissen -\"Zij wist niet wat het antwoord was en giste maar wat.\"-" = raden Deze tekst moet je [globaal] lezen. = over het geheel genomen, niet gedetailleerd We vieren dit jaar kerst in [huiselijk]e kring. = gezellig De fans reageerden [hysterisch] bij het zien van Justin Bieber. = onrustig, overspannen Hij komt er zo aan, hij is [immers] altijd op tijd. = toch Hij komt nogal eens in de problemen, omdat hij zo [impulsief] is. = spontaan, zonder na te denken Dit is een [ingewikkeld]e som. = moeilijk Ik zal je verzoek [inwilligen]. = toestemmen Als een presentatie goed lukt, dan geeft dat een [kick]. = prettig gevoel Je moet de theorie aan de praktijk [koppelen]. = een verbinding leggen Hij geeft heel goe[de kritiek]. = iets of iemand beoordelen Dat getuigt van [lef]. = moed, durf "matsen -\"De trainer matst Ineke.\"-" = voortrekken, bevoordelen Hij reageerde heel [meeleven]d toen John zei dat zijn konijn was gestorven. = aanvoelen Het kostte me heel veel [moeite] om de opdracht op tijd af te krijgen. = wat veel energie kost Het is niet leuk, maar wel [noodzakelijk]. = nodig "noteren -\"Noteer je dat ook in je agenda?\"-" = opschrijven Het is best moeilijk om [objectief] naar kritiek te luisteren. = neutraal, zonder mening Uit onderzoek blijkt dat de meeste pubers geen [ochtend]mensen zijn. = eerste deel van de dag Je moet het juiste antwoord [omcirkelen]. = een rondje ergens omheen zetten Er [ontbreken] drie onderdelen. = missen Dit is zo grappig, dat wil ik je niet [onthouden]. = niet geven Deze lesstof moet je goed [onthouden]. = zorgen dat je iets kunt herinneren Als je wilt trouwen, moet je je geboorteakte [overleggen]. = iets geven Zullen we de aanpak van deze opdracht even [overleggen]? = iets met elkaar bespreken "plannen -\"We hebben de zomervakantie al helemaal gepland.\"-" = tijden bepalen om iets te doen Alle [politici] steunen dit wetsvoorstel. = meervoud van politicus Deze [politicus] heeft veel verstand van economie. = iemand in het bestuur van een land, provincie of gemeente Als we dat jou toestaan, schept dat een [precedent] voor de anderen. = het voorbeeld. Iets wat ook voor een ander geldt / iets waar een ander ook aanspraak op kan maken. De leraar controleerde het gemaakte [puntsgewijs]. = stap voor stap Zij [reageert] nooit als ik bel. = antwoorden Deze opdracht is heel [realistisch]. = iets wat lijkt op de werkelijkheid Als je af wilt vallen, moet je [regelmatig] eten, bijvoorbeeld iedere drie uur. = met een vaste tijdsduur ertussen "ronselen -\"Matrozen werden vroeger vooral geronseld in weeshuizen en bij de armen.\"-" = overhalen om bij iemand te gaan werken Heb je die [scène] gezien waarin ze denkt dat haar hond dood is? = deel van een film of toneelstuk Alle gegevens staan in dit [schema]. = overzichtelijke tekening met informatie "schorsen -\"Nadat ik vuurwerk had afgestoken in de school, ben ik vier dagen geschorst.\"-" = iemand tijdelijk verbieden zijn werk te doen Een vis ademt door zijn [schubben]. = huidplaatjes van een vis of reptiel Dat is een vervelen[de situatie]. = toestand, omstandigheden Voor haar gelden [speciale] regels. = bijzonder, extra Als je snel eet, kun je last krijgen van je [spijsvertering]. = proces waarbij je eten wordt omgezet in nuttige stoffen voor je lichaam Zijn ogen [sprankelen] van ingehouden pret. = glanzen Zij danst [de sterren van de hemel]. = heel goed Sommige mensen kunnen geweldig goed zingen, maar [stotteren] als ze praten. = bepaald spraakgebrek waarbij iemand letters herhaald Zij is een geweldige [tegenstandster] bij boksen. = iemand die zich verzet of tegen iemand vecht Zij werkt in een razend [tempo]. = snelheid "toegeven -\"Ik geef toe dat ik alle opgaven fout had.\"-" = achteraf zeggen dat iets niet goed was Ik hoop dat mijn moeder [toegeeft.] = toch toestemmen Wij [verdedigen] elkaar door dik en dun. = beschermen tegen een aanval Ik [vertrouw] erop dat het nu geregeld is. = geloven dat iemand eerlijk is Ik [verwacht] veel bezoekers op mijn verjaardag. = ergens van uitgaan Hij [verzamelt] posters van het Nederlands elftal. = bijeenbrengen Vers fruit barst van [de voedingsstof]fen. = een stof uit voeding die het lichaam kan gebruiken Dat antwoord was zo [voor de hand liggen]d dat ik het niet opgeschreven heb. = logisch Zullen we gaan [waterfietsen] in Den Bosch? = fietsen op een drijvende fiets