Nederlands : Nederlands "wat betreft -\"Wat die afspraak van morgen betreft; die kunnen we ook verzetten. \"-" = gaan over, betrekking hebben op "weergeven -\"Mijn woorden zijn verkeerd weergegeven. \"-" = iets ergens anders opnieuw laten horen of zien "weergeven -\"De film geeft goed weer hoe het er in die tijd aan toe ging. \"-" = vertolken, weerspiegelen, een weergave van iets geven, iets op een andere manier tot uitdrukking brengen "wegschieten -\"Het muisje schoot weg de struiken in. \"-" = met een plotselinge, snelle beweging zich naar elders verplaatsen "wegzetten -\"Ik heb het bord in de kast weggezet. \"-" = ergens anders neerzetten "werkblad -\"Ruim je werkblad op als je klaar bent met de opdracht. \"-" = tafelblad waarop gewerkt kan worden "werkblad -\"Op dit werkblad staan drie oefeningen. \"-" = blad papier met een opdracht "werkblad -\"In excel kan je alle gegevens bijhouden in een werkblad. \"-" = (computer) spreadsheet, rekenblad "werkelijk -\"Ze zijn werkelijk gekomen. \"-" = inderdaad, echt, heus "werkelijkheid -\"In de werkelijkheid bestaan geen elfjes. \"-" = realiteit, dat wat werkelijk is "werkstuk -\"Haar werkstuk is gemaakt van papier en droge pasta. \"-" = iets wat iemand gemaakt heeft "werkstuk -\"Dit werkstuk is heel nauwkeurig gemaakt. \"-" = iets wat een leerling of een student over een bepaald onderwerp heeft geschreven "wijze -\"Dank je voor het advies, maar ik ga het op een andere wijze doen. \"-" = manier van doen, gewoonte, gebruik "wijze -\"De gebiedende wijze noemen we ook wel de bevelende wijze. \"-" = (taalkunde) verhouding van de inhoud van de zin tot de werkelijkheid volgens de voorstelling van de spreker "wijziging -\"Ik heb een wijziging aangebracht in het document.\"-" = verandering "wisselen -\"Je kan je spaarpunten wisselen voor een extra hamburger. \"-" = ruilen, het een voor het ander geven "wisselen -\"Zij wisselt wel heel vaak van outfit. \"-" = veranderen; afwisselen