καθίσταμαι / aor. κατέστην τὸ ἔργον τίνομαι
ἡ στολή ὅσπερ εἰς Ἅιδου
γιγνώσκω / fut. γνώσομαι aor. ἔγνων
doen boeten / zich wreken op / straffen werk / daad worden / geraken in
naar het huis van Hades (Onderwereld) precies die / dat (betrekk.) / (met ingesloten antecendent) wie / wat kleding(stuk)
inzien / leren kennen