ὁ Κρονίδης / ου ὁ ὦμος τοιοῦτος
ὑπό / ὑπ' / ὑφ' + gen. ὑπό / ὑπ' / ὑφ' + dat. ὑπό / ὑπ' / ὑφ' + acc.
τὸ δόρυ / δούρατος / δουρός τρίτος ἤδη
παρίσταμαι + dat. λείπω χάλκε(ι)ος
ὁ θεράπων / θεράποντος ὠκύς / ὠκέος τὸ δῶρον
van die hoedanigheid / zodanig / dergelijk / zo'n schouder zoon van Cronus (
onder onder / aan de voet van onder . . . vandaan / onder / door de kracht van / (bijpassieve werkwoorden) door
reeds / nu / eindelijk / voortaan derde speer
bronzen / van brons verlaten / achterlaten / overlaten naast . . . gaan staan / bijstaan / helpen
geschenk snel bediende / dienaar