Portugees : Nederlands alfabeto = het alfabet e = en por um instante = even como = hoe claro! = hoor sim = ja teu = je classe = de klas estar de acordo = kloppen letra = de letter meu = mijn talvez = misschien poder = mogen nome = de naam ao lado de = naast ok = oké anotar = opschrijven soletrar = spellen telefone = de telefoon número de telefone = het telefoonnummer esperar = wachten pôr = zetten estar = zitten