la sorpresa el pasillo estar perdido
el tío explicar irse
deprisa la vez recibir
el tercer(o)

la tercera / el tercer(o)

la tercera

la tercera / el tercer(o)

el cuarto

la cuarta / el cuarto

la cuarta

la cuarta / el cuarto

la quinta

el quinto / la quinta

el quinto

el quinto / la quinta

ducharse ponerse ¿Qué te parece ...?
majo Me parecen Me parece
la cafetería sentarse la aventura
quejarse (de) sin parar parar
verdwaald zijn / de weg kwijt zijn de gang de verrassing
(weg)gaan uitleggen de gast / de vent
krijgen / ontvangen de keer snel / gehaast
de / het vierde

de / het vierde

de / het derde

de / het derde

de / het derde

de / het derde

de / het vijfde

de / het vijfde

de / het vijfde

de / het vijfde

de / het vierde

de / het vierde

Wat vind je van...? aandoen / aantrekken zich douchen
Dat lijkt me Dat lijken me aardig / vriendelijk
het avontuur (gaan) zitten de kantine / de cafetaria
stoppen onafgebroken / aan een stuk door klagen (over)
ponerse así hablar hasta por los codos el codo
tanto que Tengo tanto que contar. levantarse
la cola empezar (a) alto
ponerse rojo (como un tomate) demasiado presentar
llamarse la casualidad alegrarse (de)
acordarse (de)
de elleboog aan een stuk door praten gek doen
opstaan Ik heb zo veel te vertellen. zo veel te
lang / hoog beginnen (met) de (wacht)rij
voorstellen te veel rood worden (als een tomaat)
zich verheugen (over) het toeval / de toevalligheid heten
zich herinneren