Spaans : Nederlands la nota = het briefje / de memo la basura = het vuilnis sacar de = halen uit / trekken uit sacar la basura = het vuilnis buitenzetten meter en = stoppen in / doen in el lavavajillas = de afwasmachine la faena = de klus / het werk ¡Qué faena! = Wat een hoop werk! demasiado = te veel la tarea = de taak responsable (de) = verantwoordelijk (voor) la pata = de poot dar la pata = een pootje geven tocar = met iets belast zijn / aan de beurt zijn separar = scheiden el envase = de verpakking el papel = het papier reciclar = hergebruiken el contenedor = de container la bolsa de plástico = de plastic tas equivocarse = zich vergissen olvidar = vergeten el plástico = het plastic / de kunststof la bolsa = de tas el dedo = de vinger no mover ni un dedo = geen vinger uitsteken encargarse de = zorgen voor / op zich nemen lo demás = de rest / het overige hasta = zelfs la payasada = de onzin hacer payasadas = de clown uithangen / rare streken uithalen simplemente = gewoon / simpelweg la paz = de rust / de vrede en paz = in alle rust