Spaans : Nederlands
México = Mexico
México D. F. = Mexico-Stad
lindo = mooi
elegir = kiezen / uitkiezen
la introducción = de inleiding
en general = in het algemeen
general = algemeen
levantar la mano = de hand opsteken
el dato = het gegeven
oficial = officieel
la superficie = de oppervlakte
la independencia = de onafhankelijkheid
precolombino = precolombiaans / van voor de komst van Columbus
azteca = Azteeks
el azteca = de Azteek
la azteca = de Azteekse
la maya / [el maya] = de Maya
[la maya] / el maya = de Maya
el indígena = de oorspronkelijke inwoner
la indígena = de oorspronkelijke inwoonster
el chicle = de kauwgum
la altura = de hoogte
el jaguar = de jaguar
variado = afwisselend / gevarieerd
tropical = tropisch
la muerta / [el muerto] = de dode
[la muerta] / el muerto = de dode
el día de muertos = Mexicaanse feestdag ter ere van de doden
el ingrediente = het ingrediënt
el maíz = de mais
los frijoles = de bonen
el aguacate = de avocado
probar = proeven
permitir = toestaan
la opinión = de mening
el conquistador = de conquistador / de Spaanse veroveraar