Spaans : Nederlands
el contexto = de context / het verband
global = wereldwijd
la extensión = de omvang
incluir = meerekenen
la variedad = de verscheidenheid
el recurso natural = de natuurlijke hulpbron
el exportador = de exporteur
la exportadora = de experteur
el metal = het metaal
la refinería = de raffinaderij
el importador / [la importadora] = de importeur
[el importador] / la importadora = de importeur
venezolano = Venezolaans
la soja = de soja
la hectárea = de hectare
la alimentación = de voeding
la semilla = het zaadje
transgénico = genetisch gemanipuleerd
competir con = concurreren met
asiático = Aziatisch
la mina = de mijn
el hierro = het ijzer
la industria automotriz = de auto-industrie
la consumidora / [el consumidor] = de consument
[la consumidora] / el consumidor = de consument
la colonia = de kolonie
la caña de azúcar = de suikerbiet
el reto = de uitdaging
la materia prima = de grondstof
de esta forma = op deze manier
generar = scheppen / creëren
reducir = verminderen / terugbrengen
la desigualdad social = de sociale ongelijkheid