Spaans : Nederlands la megaciudad = de miljoenenstad el camión de carga = de vrachtwagen el humo = de uitlaatgassen el vendedor ambulante = de straatverkoper la vendedora ambulante = de straatverkoopster regularmente = regelmatig el cristal = de ruit el cambista informal = [de geldwisselaar] m la cambista informal = [de geldwisselaar] v el dólar = de dollar la hora punta = het spitsuur definirse como = omschrijven als / definiëren als el área metropolitana = de metropool / het stedelijk gebied el crecimiento = de groei alrededor de = rondom extenderse = zich uitbreiden más allá de = voorbij / verder dan la densidad de población = de bevolkingsdichtheid la causa = de oorzaak causar = veroorzaken la concentración = de concentratie / de verdichting la infraestructura = de infrastructuur masivo = massaal / grootschalig la tierra = de grond etcétera = et cetera / enzovoort en pocas palabras = kort gezegd negar = ontzeggen / weigeren evidente = overduidelijk el atasco = de file / de opstopping a tiempo = op tijd la economía = de economie calcular = schatten los servicios básicos = de basisvoorzieningen la electricidad = de electriciteit al mismo tiempo = tegelijkertijd igual que = net zo als Europa = Europa considerar = beschouwen als el aspecto = het aspect / de kant concentrar = samenbrengen la mano de obra = de arbeidskracht formar parte de = deel uitmaken van el más poblado = de dichtstbevolkste / het dichtstbevolkste poblado = bevolkt ya en tiempos de = al in de tijd van recorrer = rijden door contaminado = vervuild / verontreinigd