para beber el zumo
o ¿verdad? comer
el pollo con el mole
el postre de postre el helado
el café el camarero zumo de manzana
Me gusta. ¿Qué vamos a tomar? ¿Qué van a tomar?
como comes come
comemos coméis comen
bebo bebes bebe
bebemos bebéis beben
het sap drinken om te
eten nietwaar? of
de saus met chocolade met de kip (om te eten)
het ijs als nagerecht het nagerecht
appelsap de ober de koffie
Wat gaat u nemen/wat gaan zij nemen? Wat zullen we nemen? Dat vind ik lekker.
hij eet jij eet ik eet
zij eten jullie eten wij eten
hij drinkt jij drinkt ik drink
zij drinken jullie drinken wij drinken