abrir	alemán, el	alguno
al lado de	alto	alumno, el
artista, el / la	antiguo	autobús, el
ayuntamiento, el	azul	barrio, el
cada	cafetería, la	casi
central	chico, el	cine, el
circular	colegio, el	dentista el / la
descansar	detrás de	diccionario, el
edificio, el	eficiente, eficaz	empresa, la

een / een enkele	Duitser, het Duits	openen, openmaken
leerling	lang, hoog	naast
bus	oud, antiek	artiest
buurt	blauw	stadhuis
bijna, haast	cafetaria	iedere, elke
bioscoop	jongen	centraal
tandarts	school	rijden
woordenboek	achter	uitrusten
bedrijf, onderneming	efficiënt	gebouw

entre	enviar	español
estación, la	fácil	feliz
gente, la	grande	hombre, el
iglesia, la	inglés	inteligente
interesante	jardín, el	lección, la
llegar	medio	mejor
menú, el	mercado, el	mes, el
minuto, el	moderno	municipal
museo, el	niño, el	noche, la

Spaans	sturen, zenden	tussen
gelukkig	makkelijk	station
man, mens	groot	mensen
intelligent	Engels	kerk
les	tuin	interessant
beter	half	aankomen
maand	markt	menu, spijskaart
stads-, gemeentelijk	modern	minuut
avond, nacht	kind, jongen	museum

nuevo	oficina, la	ópera, la
para	parar	parque, el
parte, la	pasar	poco
práctico	profesor, el	que
saber	salir	silla, la
simpático	sobre	teatro, el
tienda, la	todos	traer
tranquilo	tranvía, el	travieso
tren, el	varios	vecino, el

opera	kantoor	nieuw
park	stoppen, ophouden	naar, met bestemming om te, voor
weinig, gering	langskomen, voorbijgaan	deel, gedeelte
dat	leraar	handig, praktisch
stoel	vertrekken, weggaan uitgaan	weten, kennen
theater	over, boven, op	sympathiek
brengen (naar de spreker toe)	iedereen, alle	winkel
stout	tram	rustig
buurman	verschillende	trein