anoche anteayer atareado
el avión ayer el bebé
la carta cenar comenzar
comprar conseguir el curso
decidir dejar de después de
entonces el examen finalmente
hasta hoy el invierno
la mañana la novela nunca
la obra de teatro la oficina de correos el otoño
druk eergisteren gisteravond
de baby gisteren het vliegtuig
beginnen eten, souperen, dineren de brief
de cursus erin slagen om, bereiken kopen
na ophouden met, nalaten beslissen
tenslotte, eindelijk het examen dus, als dat zo is
de winter vandaag, heden tot
nooit de roman de morgen, morgen
de herfst het postkantoor het toneelstuk
pasado la película la playa
la primavera el reloj la reunión
la semana el septiembre sólo
sugerir todavía no las vacaciones
venir la ventana volver
het strand de film vorige, afgelopen
de vergadering, de bijeenkomst de klok, het horloge het voorjaar
alleen, slechts september de week
de vakantie nog niet voorstellen, opperen
terugkomen, teruggaan het raam, het venster komen