a menudo ¿A qué se dedica…? abogado / -a
abuelos accidente accidente de coche
administrativo adornos navideños n aduanero / -a
agente de policía al año algo así
alguien animador / -a arquitecto / -a
asistente social auxiliar de vuelo avión
ayudante de cocina azafata banco
barman belén bombero
botones cada uno cafetaría
cajera calvo / -a camarera
camarera (v) de habitaciones camarero camionero
advocaat werk: wat voor werk doet… vaak
auto-ongeluk ongeluk grootouders
douanebeambte kerstversieringe administratief medewerker
zoiets per jaar politieagent(e)
architect / -e animatiemedewerker / -ster iemand
vliegtuig stewardess / steward maatschappelijk werker
bank hostess keukenhulp
(m) brandweerman kerststal barman
eetcafé / lunchroom elk bell boy
serveerster kaal kassière
vrachtwagenchauffeur ober kamermeisje
campesino, -a camping cantante
carnicero carrera casi
chófer cine cita
cocinera cocinero como ya sabes
conocer conozco conserje
contable corto / -a crees
creo cuando ¿Cuándo?
cuentas decir dedicarse a
dedicarse a: ¿A qué se dedica…? dentista dependienta
dependiente Derecho desde hace / desde que
Día de Año Nuevo Día de la Salud Día de los Inocentes
zanger / -es camping boer / -in
bijna studie slager (de persoon)
afspraak bioscoop chauffeur
zoals je al weet kok kokkin
conciërge ik ken kennen
je gelooft kort boekhouder
wanneer toen ik geloof
zich wijden aan (een beroep bijv.) zeggen je telt mee
verkoopster (in winkel) tandarts Wat voor werk doet…?
sinds Rechten verkoper (in winkel)
Dag van de Onnozelen Dag van de Gezondheid Nieuwjaarsdag
Día de Nochebuena dicho director
echar de menos editor / -a electricista
empleado / -a de banco empresa en casa
Encantada. enfermera enfermero
entender entiendo Época de Navidad
Es como si fuera... es que escuela
especialista Están todos los que son estatura
esteticista estos fábrica
familiares fontanero forma
foto fotógrafo / -a fuera (de)
fuera de casa gente gerocultor
directeur gezegd Dag van Kerstavond
electriciën uitgever missen
thuis bedrijf bankmedewerker
verpleger verpleegster Prettig kennis te maken.
Kersttijd begrijp: ik begrijp begrijpen
school eigenlijk Het is alsof hij... is.
lengte (van mens) Er is er geen één te veel bij. specialist / -e
fabriek dit schoonheidsspecialiste
manier loodgieter familieleden
buiten fotograaf / fotografe foto
bejaardenverzorger mensen buitenshuis
gerocultora gimnasio gordo / -a
El Gordo guapo / -a guía
guía turística guía turístico guitarra
hace… he hermanos
igualmente impaciente importante
informador informadora informático / -a
irse jardinero jefa
jefe juez largo
Es una lástima. limpiador limpiadora
llamarse Lo importante es tener salud. luego
más cerca más importante materno / -a
dik fitness centrum bejaardenverzorgster
gids knap winnende lot
gitaar reisleider reisleidster
broers (broers en zussen) ik heb (voltooide tijd) geleden
belangrijk ongeduldig insgelijks
computerdeskundige informatiemedewerkster informatiemedewerker
cheffin tuinman gaan (weggaan)
lang rechter chef
schoonmaakster schoonmaker Het is jammer.
daarna Het belangrijkste is een goede gezondheid. heten
van moeders zijde belangrijkste dichterbij
mecánico médico / -a
Ministerio de Hacienda mío / -a Mucho gusto.
murió músico / -a nacer
nacimos nada naturalmente
Navidad no quiere Nochebuena
Nochevieja normal notario / -a
nunca o sea ¡Oye!
panadero paterno / -a payaso
peluquero / -a periodista peso
piano piloto pinchadiscos
pintor por último presentar
mij (na een voorzetsel) arts monteur
Aangenaam. van mij het Ministerie van Financiën
geboren worden muzikant / -e stierf
natuurlijk niets wij werden geboren
Kerstavond ze wil niet Kerstmis
notaris normaal Oudejaarsavond
Zeg! (uitroep) dus nooit
clown van vaders zijde bakker
gewicht journalist kapper / kapster
disc jockey piloot piano
voorstellen tenslotte schilder
prima primo profesión
profesor / -a profesor / -a de natación propia
pues pues sí que ¡Qué bien!
¡Qué chica más guapa! ¡Que no! ¡Qué va!
querer quién quiénes
recepcionista regalo residencia (v) de ancianos
resto reunión familiar revisor / -a de cuentas
Reyes Magos saber salud
Se me olvidaba. Se vino a vivir con nosotros. secretaria
secretario si sobrecargo
socorrista soldador sorteo
beroep neef nicht
eigen zweminstructeur / -trice leraar / lerares
Wat leuk! dan wel nou
Kom nou! Welnee! Wat een knap meisje!
wie (meervoud) wie willen
verzorgingstehuis cadeautje receptionist(e)
accountant familiereünie rest
gezondheid weten Drie Koningen
secretaresse Ze kwam bij ons wonen. Dat vergat ik nog.
purser als secretaris
loterijtrekking lasser eerstehulpverlener
tan tanto / -a tarde
taxista telefonista tener que
tengo que tengo que irme tía
tienda tienda de ropa tienes
tío tíos tocar
Todos le llamamos… Todos los que están en la foto me tocan algo
un par de una familia unida ¡Vaya vaya!
vecina vecino vendedor / -a
veo ver veterinario / -a
vez vida vigilante
voy yo
laat zoveel zo
moeten telefonist / -e taxichauffeur / -se
tante ik moet gaan ik moet
je hebt kledingzaak winkel
aanraken, bespelen oom en tante oom
is familie van me Iedereen die op de foto staat We noemen hem allemaal…
Nou nou! een hecht gezin een paar
verkoper buurman buurvrouw
dierenarts zien ik zie
bewaker leven keer
kom ik