Spaans : Nederlands
tener un retraso de...minutos/horas = ...minuten/uur vertraging hebben
embarcar = aan boord gaan
llegar a… = aankomen bij…
sala de llegadas, la = aankomsthal, de
procedente de… = afkomstig uit…
cinta de recogida de equipajes, la = bagage afhaalband, de
mensaje, el = bericht, het/boodschap, de
¡Embarquen por favor! = Gaat u aan boord alstublieft!
puerta (de embarque), la = gate, de
número de la puerta (de embarque), el = gatenummer, het
Señores pasajeros: = Geachte passagiers:
repetir = herhalen
está cambiado = het is gewijzigd
mostrador de facturación, el = incheckbalie, de
mostrador de información , el = informatiebalie, de
hora de embarque es a las..., la = instaptijd is om..., de
maleta, la = koffer, de
última llamada = laatste oproep
con destino a... = met bestemming...
tener que = moeten
dentro de...minutos = over...minuten
viajando de... a... = reizend van...naar...
cerrar = sluiten
pasajeros en tránsito, los = transitpassagiers, de
vuelo está cancelado/anulado , el = vlucht is geannuleerd, de
vuelo, el = vlucht, de
para = voor
presentarse en... = zich melden bij...
cuanto antes = zo spoedig mogelijk