tener un retraso de... horas embarcar/ir a bordo llegar a…
hora de llegada, la empezar comenzar
artículos libres de impuestos, los ayudar a los pasajeros especiales dentro de unos minutos
clase de negocios, la tripulación de cabina, la controlar
comprobar allí mantas, las
puerta, la bebida, la duración del vuelo es de...horas y...minutos, la
comandante, el/la ayudar a guardar el equipaje de mano parte posterior, la
parte delantera, la ¿A qué hora? facturar
tarjeta de embarque, la hora de embarque, la comprar
periódico, el almohada, la llegar con retraso
salir con retraso comida, la todavía
aankomen in…/bij…/op… aan boord gaan ... uur vertraging hebben
starten beginnen aankomsttijd, de
binnen enkele minuten / over enkele minuten bijzondere passagiers helpen, de belastingvrije artikelen, de
controleren cabinepersoneel, het businessclass, de
dekens, de daar checken
duur van de vlucht is...uur en...minuten, de drankje, het deur, de
het achterste gedeelte helpen met het opbergen van de handbagage gezagvoerder, de
inchecken Hoe laat? het voorste gedeelte
kopen boardingtijd, de boarding pass, de
later aankomen (met vertraging) kussentje, het krant, de
nog maaltijd, de later vertrekken (met vertraging)
a eso de las... auriculares, los llegar a la hora prevista
a tiempo abrir demás pasajeros, los
hacer transbordo/transbordar al vuelo… recibir a los pasajeros de cabina, el jefe/la jefa
servir cerrar indicar el asiento
tarea, la revista, la escala, la
hacer escala en... repartir realizar la demostración de seguridad
ser responsable de... responsable, el/la venta, la
vender retraso, el hora de salida, la
vuelo con destino a…, el esperar a unos pasajeros no tenemos retraso
salimos a tiempo
op (de geplande) tijd aankomen oortjes/koptelefoon, de ongeveer om...uur
overige passagiers, de openen op tijd
purser, de passagiers ontvangen, de overstappen naar vlucht…
stoel/zitplaats wijzen, de sluiten serveren
tussenlanding, de tijdschrift, het taak, de
veiligheidsdemonstratie uitvoeren, de uitdelen tussenstop maken in..., een
verkoop, de verantwoordelijke, de verantwoordelijk zijn voor...
vertrektijd, de vertraging, de verkopen
we hebben geen vertraging wachten op een paar passagiers vlucht met bestemming..., de
we vertrekken op tijd