Spaans : Nederlands prometedor = veelbelovend renovar = vernieuwen la escena = het toneel / de scène cinematográfico = film- / van de film la serie = de serie catalán = Catalaans hacerse famoso = beroemd worden la revelación = de ontdekking / de onthulling hacer películas = films maken psicológico = psychologisch la agente = de agente el agente = de agent secreto = geheim el internado = het internaat la piel = de huid habitar = bewonen nominado = genomineerd pasajero = voorbijgaand / op doortocht la película taquillera = de kaskraker / de succesvolle film la fuga = de vlucht el cerebro = de hersenen el cielo = de hemel policíaco = politie- / misdaad- el brujo / la bruja = de heks vasco = Baskisch