Spaans : Nederlands la noticia = het bericht el piso = de woning realmente = werkelijk la cocina = de keuken la ventana = het raam el alquiler = de huur el vecino = de buurman estar contento = tevreden zijn mudarse = verhuizen la dirección = het adres la ventaja = het voordeel el inconveniente = het bezwaar el mismo = dezelfde la empresa de mudanzas = het verhuisbedrijf con la ayuda de = met de hulp van la ayuda = de hulp según su opinión = naar uw mening la opinión = de mening el parque = het park viejo = oud renovado = gerenoveerd la planta baja = de begane grond en las afueras = in de buitenwijken oscuro = donker