Spaans : Nederlands
la expansión = de groei
la moneda = de munt
al principio = in het begin
amargo = bitter
mezclar = mengen
el azúcar = de suiker
la vainilla = de vanille
la canela = de kaneel
poco a poco = langzamerhand
extenderse = zich verspreiden
pasar a = terechtkomen in
el alemán = de Duitser
la cualidad = de kwaliteit
celebrar = vieren
dar las gracias = bedanken
fundar = oprichten
Suiza = Zwitserland
industrial = industrieel
la variante = de variant
terminar = eindigen
el maestro = de meester
la creación = de creatie
la combinación = de combinatie
el azteca = de Azteek