Spaans : Nederlands soportar = verdragen el desorden = de wanorde caótico = chaotisch creativo = creatief desordenado = ongeordend disciplinado = gedisciplineerd hablador = spraakzaam ordenado = geordend sistemático = systematisch paciente = geduldig perfeccionista = perfectionistisch trabajador = ijverig reservado = terughoudend el tipo de estudiante = het leertype marcar con una cruz = aankruisen impaciente = ongeduldig