Spaans : Nederlands tranquilizar = geruststellen quejarse = klagen llegar a un acuerdo = tot overeenstemming komen la caminata = de wandeltocht el esquí acuático = het waterskiën el buceo = het duiken la observación de aves = het vogels spotten gratuito = gratis el coche de alquiler = de huurauto perderse = missen el fin del mundo = het einde van de wereld dejar atrás = achter zich laten