Spaans : Nederlands familiarizarse con = vertrouwd raken met el escribidor = de slechte schrijver la relación amorosa = de liefdesrelatie tratar de = proberen impedir = verhinderen desconocido = onbekend radiofónico = radio- recuperarse = herstellen el fracaso matrimonial = het gestrande huwelijk dictaminar = beoordelen lenguaraz = brutaal el pijama = de pyjama estampar un beso = een kus drukken la mejilla = de wang leve = licht el choque = de aanvaring entonces = toen empeñarse = zijn uiterste best doen irritar = ergeren el diminutivo = de verkleinvorm el intelectual = de intellectueel contemporáneo = hedendaags determinado = bepaald