Spaans : Nederlands es hora de = het is tijd om la profecía = de profetie fiable = betrouwbaar la superstición = het bijgeloof el horóscopo = de horoscoop el péndulo = de slinger el poso del café = het koffiedik la constelación = het sterrenbeeld el profeta = de profeet uruguayo = Uruguayaans vaticinar / pronosticar = voorspellen suceder = voorvallen acaecer = gebeuren pedir cuentas = om rekenschap vragen la banalidad = de banaliteit el despiste = de verstrooidheid la franqueza = de openhartigheid descender = neerdalen la justicia = de gerechtigheid el descreído = de ongelovige no bien = zodra oscurecer = verduisteren arrugarse = verschrompelen la colina = de heuvel el promontorio = het voorgebergte la llanura = de vlakte trivial = triviaal lapidar = stenigen poner en duda = in twijfel trekken innegable = niet te ontkennen probado = beproefd el analista de mercado = de marktonderzoeker