buscar cenar

comer / cenar

contestar
desear entrar escuchar
aprender atender beber
comer

comer / cenar

comprender hacer
abrir

inaugurar / abrir

decir decidir

decidir

dormir escribir oír
gustar mejorar mirar
pasar hablar leer
poder

poder

partir
antwoorden eten

eten

ophalen
luisteren binnen gaan wensen
drinken verzorgen leren
maken begrijpen eten

eten

beslissen

besluiten / beslissen

zeggen openen

openen

horen schrijven slapen
kijken verbeteren houden van
lezen spreken gebeuren
vertrekken kunnen

mogen / kunnen